23 november 2016
Begroting 2017
Op 22 november jl. heeft het Algemeen Bestuur (AB) van het nieuwe waterschap Drents Overijsselse Delta de begroting 2017) van dit waterschap vastgesteld. De begroting 2016 (eerste jaar) was nog niet veel meer dan de in elkaar geschoven begrotingen van de rechtsvoorgangers, de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden. Enig fusievoordeel is verwerkt, maar vooral ook externe factoren (lage rente) en achterblijvende investeringen leiden tot een gunstiger begroting dan aan het begin van 2016 werd verwacht.
Vandaag zijn wij bijeen in een AB vergadering waarin vooral de financiën aan de orde komen. En dan missen wij onze vriend en mede AB-lid Henk Holtmaat. Hij is er niet meer. Wij hebben, met verschillenden van ons, vorige week woensdag aan zijn graf gestaan. Wij wensen zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen Gods nabijheid en troost toe nu ze zijn gemis steeds meer zullen inleven. Maar ook voor ons is dit een roepstem. Eenmaal zal die ure ook voor ons aanbreken. Dat dit het belangrijkste in ons leven is of mag worden.
Maar het leven gaat verder en dat hebben wij zojuist gezien bij de beëdiging van het nieuwe AB-lid, de heer Wonink. Wij spreken de wens uit om ook met hem een goede samenwerking te mogen hebben.
Voor ons ligt een begroting die laat zien dat er goede stappen worden gezet om de uitgangspunten van de fusie te realiseren. Financieel konden de uitgaven in de huidige ten opzichte van de vorige meerjarenraming naar beneden worden bijgesteld. Het Dagelijks Bestuur (DB) is bijzonder verheugd (blz. 1) om de meerjarenbegroting 2017-2020 te kunnen aanbieden. Dat mag, maar laten we nog wel nuchter blijven.
Een belangrijk deel is mogelijk door zaken die wij niet in de hand hebben, bijvoorbeeld rentevoordelen. Ook is nu nog weer realistischer begroot wat betreft het mogelijk niet realiseren van een deel van de voorgenomen investeringen (verhoogd van 15 naar 20%). Dat heeft overigens wel onze instemming.
Verder worden minder mensen ingehuurd voor piekwerkzaamheden en worden minder opdachten aan externe bureaus verstrekt. Maar dat kon ook los van de fusie.
- Er werden ook mensen ingehuurd om op onze machines te werken. Blijven die anders stil staan?
- Ook vragen wij ons af of de inzet van ons eigen materieel niet effectiever kan door bijvoorbeeld in de zomermaanden in 2 ploegen te werken van ca. 6 tot 22 uur. Bij een van de rechtsvoorgangers (Benoorden de Dedemsvaart) was dat destijds vrij gebruikelijk toen de machines steeds groter en duurder werden.
Bij de muskusrattenbestrijding zitten wij nog lang niet op het niveau dat wij ons gebied onder controle hebben (dat is pas bij 0,15 vangsten per km per jaar). Voor 2017 is men nog tevreden als men uitkomt op ca. 0,41 vangsten per kilometer per jaar.
- Hoe denkt het DB dit streefgetal van 0,15 wel binnen een redelijke termijn te realiseren?
Bij de Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) op pag. 20 wordt gesproken over financiering vanuit POP 3 gelden. We lezen wel meer over die gelden, maar nog niet dat het zo eenvoudig is om er gelden uit te ontvangen. Het stroom onze kant nog niet op, terwijl het geld wel bedoeld is om voor het platteland in te zetten.
- Wordt al optimaal gebruik gemaakt van de POP 3 gelden?
- Zo nee, zijn er nog knelpunten en kunt u aangeven wanneer verbetering verwacht wordt?
Bovenaan pag. 21 lezen we dat voor uitvoering van de programma's ZON en Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) we zoveel mogelijk gebruik willen maken van initiatieven van derden.
- Is dit niet een te afwachtende houding van onze kant?
Over innovatie bij het verwerken van maaisel (pag. 23) lezen we dat we in 2017 tevreden zijn als we doorgaan met het ontwikkelen van innovaties bij het opwerken van afvalstromen.
- Als we dit zo lezen, vinden wij de doelen hier, net als op meer plaatsen, wel heel erg vrijblijvend. Kan en moet dat niet wat concreter?
Wij zijn op 9 november jl. op bezoek geweest bij de buren, de waterschappen Vallei en Veluwe en Rijn en IJssel. Beide waterschappen hebben wij al vaker bezocht. Toen waren, maar ook nu niet minder zijn, we onder de indruk van hun ondernemende aanpak. Daar mocht ons waterschap wel wat meer van hebben. Wij zien uit naar voorstellen van ons waterschap waarin dit ook duidelijk naar voren komt. En het lijkt erop dat dit bij hen inderdaad kan met lagere tarieven voor zuiveren (per eenheid zit Rijn en IJssel voor 2016 ruim € 5 onder ons tarief en Vallei en Veluwe precies € 3,50).
Over het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Raalte lezen we (op pag. 30) dat het nodig is om te komen tot een reductie van de vrachten stikstof en fosfaat in het effluent van Raalte. Dat klinkt heel heftig.
- Is de problematiek van stikstof en fosfaat in Raalte erger dan elders?
- Is dat alleen een gevolg van het lozen op de Hondemotswetering als relatief klein waterlichaam?
Over overstorten wordt op pag. 31 ook geschreven. En dan lijkt het net of men daar alleen wat aan wil gaan doen in stedelijk gebied. Maar wij vragen daar ook zeker aandacht voor op het platteland. Hoe gevaarlijk kunnen de riooloverstorten ook zijn voor drinkwater van dieren.
Als wij de tekst op pag. 31/32 lezen over de discrepantie tussen gemeten vuilvracht in afvalwater en de vervuilingseenheden die in rekening gebracht worden, dan krijgen wij de indruk dat dit nog niet zo'n hoge prioriteit heeft. 'Onderzoek wordt de komende jaren voortgezet' lezen we bijvoorbeeld.
- Wordt hier wel voldoende aandacht aan geschonken en moet dit geen hoge(re) prioriteit hebben?
Op pag. 36 wordt geschreven over de RWZI in Echten. En dat baart ons zorgen. De capaciteit van de proefinstallatie blijkt aanzienlijk kleiner dan voorzien, waardoor slechts een klein deel van het slib kan worden behandeld.
Met de terugwininstallatie voor fosfaat (struviet) gaat het ook niet naar wens. De afscheiding van struviet is aanzienlijk minder dan was voorzien.
- Wat betekent dit voor de RWZI Zwolle waar we toch ook gebruik gaan maken van Thermische Drukhydrolyse (TDH)?
- Gesproken wordt over eventuele capaciteitsvergroting. Wat zijn daarvan globaal de gevolgen?
Op pag. 46 wordt als ons gebied geschreven over Zuid-West Drenthe en West-Overijssel. Vergeten we nu al een deel van ons gebied? We gaan bijna tot aan Assen en dat valt toch echt niet meer onder Zuid-West Drenthe. In de vorige begroting lazen wij nog wel eens over Midden-Drenthe en Zuid-West Drenthe. Het lijkt ons beter om daarin correcter te zijn of te worden.
Internationale samenwerking wordt binnen dit waterschap door een ruime meerderheid nog steeds gesteund. Wij hebben al veel vaker aangegeven dit geen kerntaak te vinden voor een waterschap. En juist dezer dagen (17 november 2017) stond een artikel in Trouw, en aangehaald in diverse media, dat de Nederlandse waterschappen financiële risico's nemen bij projecten in het buitenland. (Op 25 oktober jl. hebben wij ook al verwezen naar een project van Waterleidingmaatschappij Drenthe -WMD- dat inmiddels al € 30 miljoen gekost heeft). Wij moeten beseffen dat wij bezig zijn met publiek geld op een oneigenlijke manier in te zetten.
Het fonds waar Trouw het over heeft, is gevoed door schenkingen van de Waterschapsbank. Dan kunnen wij maar één conclusie trekken. Men heeft veel te veel winst ingehouden en niet terugbetaald aan de aandeelhouders.
- Wij verzoeken het DB veel beter toe te zien op de winsten die de Waterschapsbank maakt.
- Ook dient zij de Waterschapsbank ertoe op te roepen zich niet meer bezig te gaan houden met projecten in het buitenland met niet uitbetaald dividend.
De bedragen die gemoeid zijn met het kwijtscheldingsbeleid en oninbaar zijn, baren ons nog steeds grote zorgen. Op de site van Binnenlands Bestuur lazen wij op 18 november dat o.a. de gemeenten Groningen, Schiedam en Rotterdam maar ook Hoogheemraadschap Delfland een begin maken met het versoberen van het kwijtscheldingsbeleid. Ook Arnhem wil in 2018 nog slechts 54 i.p.v. 100% kwijtschelding verlenen.
Het wordt kennelijk bespreekbaar en dat vinden wij een goede zaak. Wij hopen dat dit binnen afzienbare tijd ook bij ons het geval mag zijn.
Wij lezen in pag. 52 even in één zin dat de begroting van Aqualysis stijgt van € 225.000 in 2017 naar € 387.000. Onderbouwing is marginaal. Uiteraard hebben wij de begroting van Aqualysys eerder behandeld, maar met een dergelijke stijging hebben wij grote moeite. Ook zou deze stijging hier uitgelegd moeten worden.
Waar wij ook grote moeite mee hebben, is dat de opbrengsten van de zuiveringsheffing door foutieve inschattingen en opgaven van GBLT te hoog blijken te zijn. Wij zijn van mening dat het niet kan doorgaan dit telkens als argument aan te dragen. Door toenemende economische activiteit zou die opbrengst langzamerhand juist weer moeten stijgen.
(Zie ook toelichting op pag. 57: meetbedrijven stabiel, overige bedrijven + 1% en groei woonruimten gemiddelde van de afgelopen 8 jaar. Dat zou een stijging van de inkomsten inhouden en toch is die lager geraamd!!).
Wat betreft de tarieven pinnen we ons nog niet vast op die na 2017. Met name de stijging voor agrarische gronden vinden we vanaf 2018 op dit moment nog veel te fors.
Tot slot. Omdat GBLT haar processen nog niet op orde heeft, maar toch een aanbieding gedaan heeft aan de gemeente Steenwijkerland om toe te treden, dienen wij een motie in om dat niet toe te staan. Voorwaarden om dat te mogen doen, zijn namelijk nog niet nagekomen.
Wij willen allen, zowel DB, AB als het personeel, met allen die hen lief en dierbaar zijn, Gods onmisbare zegen, de kracht en gezondheid toewensen bij onze arbeid nu en voor het komende begrotingsjaar 2017.
Jan Visscher