4 juli 2024

Begrotingsbrief 2025-2029

Op 25 juni 2024 heeft het Algemeen Bestuur (AB) ingestemd met de uitgangspunten voor de begrotingsbrief 2025 en de meerjarenraming 2026-2029. Wij hebben kennis kunnen nemen van het financieel kader voor deze begroting en meerjarenraming. Naar de mening van de SGP en meerdere partijen is het noodzakelijk dat er zo snel mogelijk met een mid-term review van de Watervisie 2020-2030 wordt begonnen. Dit vanwege de maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe regelgeving en veranderende uitgangspunten. Daartoe is een motie opgesteld door de BBB en medeondertekend door de fractie Ongebouwd, SGP, CDA en Gemeentebelangen Drenthe-Overijssel. Omdat dit een forse inspanning vraagt van het ambtelijk apparaat, heeft het Dagelijks Bestuur (DB) toegezegd hier volop mee aan de slag te gaan, maar niet kan garanderen dat dit voldoende verwerkt kan worden in de begroting 2025. Vooralsnog hebben de partijen om die reden de motie aangehouden.
De SGP heeft grote zorgen over de voorziene lastenstijging. Wel hebben wij met instemming gelezen van een taakstelling lastenbeheersing van ruim € 5 miljoen in 2025 oplopend tot iets meer dan € 6 miljoen.

De titel van de begrotingsbrief 2025 spreekt ons aan. “In dynamische tijden, scherper aan de wind varen”.

Wij hopen dat dit gerealiseerd kan worden. Als wij zien wat opgesomd is als nieuwe ontwikkelingen van 2025 t/m 2029, dan krijgen we nog heel wat voor de kiezen. Op pag. 12 wordt weergegeven wat dit voor het financieel kader in die jaren betekent. De SGP is van mening dat de nu ingeboekte taakstelling lastenbeheersing echt gehaald moeten worden. Lukt dat niet op het ene gebied, dan zal het elders gezocht moeten worden.

In deze begrotingsbrief wordt ook geschreven dat wij met allerlei plannen willen meeliften op het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat zal dan verder gaan in de Provinciale Plannen Landelijk Gebied (PPLG’s). Wij zijn er niet gerust op dat daar door het nieuwe kabinet voldoende middelen voor beschikbaar komen en adviseren om er maar niet teveel op vooruit te lopen.

We lezen dat u maximaal wilt inzetten op het realiseren van Kader Richtlijn Water (KRW) doelen en maatregelen. Daarvoor denkt u onder andere aan extra inzet van ingenieursbureaus. Als alle waterschappen dat doen, jaagt dat de kosten van inhuur ongetwijfeld op. Wij blijven nog steeds van mening dat we ons niet moeten laten opjagen om alles uiterlijk 2027 klaar te hebben.

Al een aantal jaren, bij verschillende onderwerpen, stellen wij de schade door bevers aan de orde. Ook nu wordt er over geschreven in de jaarstukken 2023, de bestuursrapportage 2024 en ook in de begrotingsbrief 2025. Dan wordt vaak verwezen naar de provincies en de Unie van Waterschappen (UvW). Wij vinden dat een keer doorgepakt moet worden. Als waterschap krijgen we wel de schade voor de kiezen, maar mogen (en misschien ook wel durven we) niets. Wij willen niet hetzelfde als dat er geweest is met de muskusratten.

Vorig jaar met de behandeling van de begrotingsbrief 2024 hebben wij onze teleurstelling er al over uitgesproken dat naar onze mening de Watervisie 2020-2030 en het Waterbeheerprogramma 2022-2027 ter discussie gesteld diende te worden. Het doet ons goed dat er nu wel wordt geschreven over de mid-term review (light) van de Watervisie (pag. 2 en 11). Vooral door wat op pag. 11 geschreven staat, zijn we er echter niet gerust op dat dit volop meegenomen kan worden in de volgende begrotingsbrief.
Wij zien graag dat dit op vrij korte termijn stevig opgepakt gaat worden.

In de waterketen zal ook nog veel op ons af komen, kunnen we op pag. 4 van de begrotingsbrief lezen. Wij hopen dat door goede samenwerking, in dit verband denken wij vooral aan de gemeenten in ons werkgebied, geprobeerd wordt de druk op de zuiveringstarieven voor inwoners en bedrijven zo goed mogelijk te beheersen.

In variant 3 wordt 85% van de beschikbare egalisatiereserves ingezet voor het begrotingsjaar 2025. Wij vinden dat heel fors. De SGP houdt meer van een wat voorzichtiger inzet van die reserves om ook de jaren daarna nog wat aan matiging van de tarieven te kunnen doen. Maar misschien is de stand van de reserves per 31 december 2024, mede gelet op de uitkomsten van de Eerste Bestuursrapportage 2024, wel meer dan waar nu vanuit gegaan is.

Op dit moment kunnen wij instemmen met de beleidsmatige en financiële uitgangspunten voor de begroting 2025 en verder. Toch blijven we oproepen om waar mogelijk verder te zoeken naar mogelijke lastenbeheersingen. We werken met gemeenschapsgeld en onze intentie moet zijn om inwoners en bedrijven zo laag mogelijke lasten op te leggen. Verder hebben we kennis genomen van de punten 2 t/m 4 genoemd in uw voorstel aan ons.

Jan Visscher