26 juni 2015

Jaarstukken 2014

In de vergadering van 25 juni jl. heeft het  Algemeen Bestuur (AB) de jaarrekening 2014 vastgesteld. Verder heeft het bestuur kennis genomen van het accountantsverslag en de controleverklaring. Het resultaat is (opnieuw) veel beter uitgekomen dan begroot was. Deels komt dit door (nog) niet uitgevoerde projecten. Verder waren bij het opstellen van de begroting 2014 de gevolgen van de toen net in gang gezette reorganisatie onvoldoende in beeld. Op de uitkomsten van de jaarrekening had dit alsnog een positief effect. Door de zeer lage rente in 2014 waren de rentelasten ook € 575.000 lager dan begroot.
Door het grote voordelige resultaat kon o.a. de negatieve reserve zuiveringsbeheer in één keer omgebogen worden in het gewenste saldo van € 1.500.000. Ook zijn flinke bedragen toegevoegd aan de reserves om in de komende jaren te kunnen inzetten voor de matiging van de tarieven van zowel het Watersysteembeheer als het Zuiveringsbeheer.

Vooraf merken wij op dat wij liever een jaarrekening behandelen met een meevallend resultaat dan dat het tegenvalt.
Maar de jaarrekening 2014, als laatste volledige jaar van de vorige bestuursperiode, spant qua afwijking ten opzichte van de begroting toch wel de kroon. Begroot was een tekort van
€ 46.000 en de uitkomst is positief € 4.898.192.
En voor de aardigheid hebben wij de cijfers ook even opgezocht van 2009 t/m 2014.

 

Jaar Begroting Jaarrekening
 
2009 -4.354.400 -1.591.968
2010 -4.767.100 -2.613.672
2011 -2.439.300 -1.054.370
2012 -1.564.100 355.496
2013 -1.315.000 1.387.604
2014 -46.000 4.898.192
     
Totaal -14.485.900 1.381.282

 

Dan zie je dat in de afgelopen zes jaar een tekort begroot was van bijna € 14.486.000 en dat wij in werkelijkheid € 1.381.000 hebben overgehouden. Een verschil van maar liefst
€ 15.867.000.  Dat vinden wij een zeer fors, veel te groot verschil. Dat heeft bij de begrotingsbehandelingen wel geleid tot flinke tariefstijgingen die achteraf minder fors hadden kunnen zijn. En nu weet ik dat deze voordelen in de jaren daarop uiteindelijk ook wel benut kunnen worden voor matiging van de tarieven.
Toch geeft dit aan dat het niet zo door kan gaan dat begroting en jaarrekening zover uit de pas lopen.
Kunt u toezeggen dat er echt werk van gemaakt wordt dat begroting en werkelijkheid (veel) dichter bij elkaar uitkomen qua financieel resultaat?

Door het grote overschot van 2014 hebben wij in één klap zelfs de reserve Zuiveringsbeheer op een (ook nog met € 100.000 opgehoogd) gewenst en noodzakelijk niveau van € 1,6 miljoen. Daarnaast krijgen wij zelfs, door bestemming van het resultaat, een egalisatiereserve Zuiveringsbeheer van bijna 
€ 600.000. Ook de egalisatiereserve Watersysteembeheer stijgt dan van ruim € 5,2 miljoen naar bijna
€ 8,7 miljoen. Op die manier kan het voordelig resultaat uiteindelijk weer ten goede komen aan de belastingbetaler. Toch zien wij liever dat de tarieven minder fors verhoogd worden en de inwoners en bedrijven zelf op hun centen mogen passen.

 

Op pag. 18 blijkt dat de implementatie van de B&O visie in het noordelijk gebied een onvoldoende krijgt. Er loopt een herbezinning na de evaluatie.
Naar aanleiding van de bijeenkomst op 3 juni 2015 in Diepenveen over het maaibeheer, die Jan Dunnink (fractie Ongebouwd) en ik hebben bijgewoond, wil de SGP graag dat nog een keer weer gekeken wordt naar de noodzaak om alle schouwpaden van smalspoor naar breedspoor om te zetten. Bij meerdere demonstraties werd aangegeven dat er tegenwoordig heel goede mogelijkheden zijn om met smalspoor werktuigen veilig en met prima capaciteit te werken. Wellicht kan dit dan in de toekomst leiden tot geringere investeringen door minder grondaankopen.
Is het DB van deze mogelijkheden op de hoogte?

Op pag. 26 lezen wij dat de kosten van het project Waterfront Dalfsen, dat aangemeld is voor financiering uit het HWBP al uitbetaald is in december 2014 terwijl uiterlijk 2021 was toegezegd. De SGP was destijds heel kritisch over de voorfinanciering door WGS. Daarom zijn wij heel content met deze uitkomst.

Op pag. 28 lezen wij dat het de verwachting is dat het terugdringen van de muskusratten tot een acceptabel niveau nog meerdere jaren zal duren. Wij betreuren dat zeer omdat dit tot veel schade leidt.
Is wel eens onderzocht of er geen mogelijkheden zijn om werkzoekenden met behoud van uitkering in het kader van een werkervaringobject hiervoor in te zetten? Dit om sneller het gewenste resultaat te verkrijgen. 

Kwijtschelding en oninbaar blijft enorm veel geld te kosten. Ruim € 1,5 miljoen waar begroot was
€ 1.209.000. De laatste jaren hebben wij daar regelmatig op gewezen. Daar moet in onze ogen wat aan gebeuren, want het moet wel opgehoest worden door de andere belastingplichtigen. Goed dat in het nieuwe bestuursakkoord is opgenomen hier eens goed naar te kijken.
Natuurlijk moeten de echte minima voortgeholpen worden, maar met die almaar stijgende bedragen ga je er toch wel aan twijfelen of het terecht komt bij de juiste groep mensen Op de post 'Oninbaar' hebben wij weinig zicht. Kan dat ook verder toegelicht worden?

Met uw voorstellen tot bestemming van het resultaat gaat de SGP-fractie akkoord.