Kostentoedelingsverordening 2014

In de vergadering van het Algemeen Bestuur (AB) van 19 september jl. is ons gevraagd om de Kostentoedelingsverordening 2014 vast te stellen. Hiermee worden de kosten duidelijker gelegd bij de kostenveroorzakers.

Al geruime tijd is regelmatig en uitvoerig gesproken de kostentoedelingsverordening. Deze moet, zoals ook in de stukken staat, minimaal één keer per vijf jaar worden herzien. Van tussentijdse aanpassing is afgezien.

Het is goed dat hiervoor allereerst duidelijk in beeld gebracht is, waar en voor welk bedrag  kosten toegerekend moeten worden aan de verschillende categorieën. Zoals in het voorstel staat vermeld, was er een breed gedragen mening over de verdeling van de kostenveroorzaking, te weten 37,2% door de ingezetenen, 36,1% door gebouwd en 26,5% door ongebouwd.

Op basis daarvan en rekening houdend met de nieuwe waardeverhoudingen stelt het DB voor om voor ingezetenen uit te gaan van 35%, voor gebouwd van 49,4%, ongebouwd van 15,5% en voor natuur van 0,1%.

Wij zijn van mening dat hiermee een eerlijke verdeling gemaakt wordt over de verschillende categorieën kostenveroorzakers.

Er is een rekenmodule op de website van WGS geplaatst op verzoek van de fractie van Water Natuurlijk. Daar is niet veel gebruik van gemaakt. Ook hebben slechts twee personen een zienswijze ingediend.

Wij stemmen ermee in om naar aanleiding daarvan geen aanpassingen te doen.

Ook stemmen wij in met de voorgestelde Kostentoedelingsverordening 2014.

Jan Visscher