4 juni 2016

Project Kampereilanden

Op 31 mei jl. heeft het Algemeen Bestuur (AB) een extra krediet van € 650.000 beschikbaar gesteld voor verdere planuitwerking van de voorkeursrichting buitenpolders Kampereilanden. Dan gaat het om de robuuste variant als voorkeursrichting  voor de Willem Meijer- en Stikkenpolder en de noordelijke polders van de Mandjeswaard en de uitgewerkte maatwerkvariant als voorkeursrichting voor de Zwartemeerpolder. Een eerder genomen besluit bleek te zijn genomen op basis van onjuiste informatie.

Wij hebben op 5 februari 2015 bij de behandeling van dit punt in het AB van Groot Salland aangegeven dat het heel goed was dat er draagvlak voor de beide oplossingen voor deze problematiek was bij de inwoners.

Jammer dat wij nu moeten constateren dat bij verdere uitwerking van de plannen is gebleken, dat het besluit destijds genomen is op basis van onjuiste informatie. Het is echter ongepast dat het DB de ambtenaren daarvan de schuld geeft. Het DB is en blijft bestuurlijk verantwoordelijk. Wij roepen het DB op voortaan stukken niet weer op een dergelijke wijze te publiceren. Uiteraard laat dat onverlet, dat goed gekeken wordt waar het mis gegaan is en welke leerpunten hieruit kunnen komen om dit in de toekomst, waar mogelijk, te voorkomen.
Wil het DB hierop reageren hoe zij dat ziet?

Ut het stuk lezen wij op pag. 1 onder de samenvatting dat nog niet alle gegevens voorhanden zijn over de grondsamenstelling. Wat kan dit nog betekenen voor de plannen en de kosten? Op pag. 2 staat er wel het een en ander van, maar ook daar wordt nog over een zekerheid van 70% geschreven.

De provincie Overijssel had subsidie toegezegd op basis van het eerdere plan. Wat betekent dit voor het aangepaste, duurdere plan? Kunnen wij ook meer subsidie verwachten?

De bewoners in het gebied hebben al lang genoeg in onzekerheid verkeerd bij hoogwater. Dat moet zo spoedig mogelijk weggenomen worden. Stoppen met het project is daarom absoluut geen optie. Ook zij hebben recht op veilige dijken waardoor een veilig woon- en werkklimaat gecreëerd kan worden (voor zover wij als mensen dat kunnen bieden).

Ook nu wordt nog weer geschreven over structuurverbetering van de landbouw en de aanleg van een fietspad. Dat juichen wij op zich zeer zeker toe. Maar bij de eerder genoemde behandeling hebben wij het genoemd en herhalen het nog maar eens. De kosten daarvan horen wel te komen liggen bij de instanties die daarvan de initiatiefnemers zijn. Uiteraard is werk met werk maken vaak voordeliger, maar is dan zuiverheid in de kostentoerekening een belangrijk aandachtspunt.

De SGP gaat met inachtneming van bovenstaande opmerkingen, akkoord met uw voorstel.

 

Jan Visscher