26 juni 2014

Toekomstperspectief en eindfase 1 fusieverkenning

In de vergadering van het Algemeen Bestuur (AB) van 26 juni jl. is gevraagd vast te stellen de notitie Toekomstperspectief integraal waterbeheer West-Overijssel 2025. Daarnaast om te besluiten over te gaan tot fase 2 van de fusieverkenning met Reest en Wieden.

De SGP ziet duidelijk toekomst voor een zelfstandig Waterschap Groot Salland. In eerdere vergaderingen hebben wij niet ingestemd met onderzoek naar fusie en dat standpunt is nog steeds ongewijzigd.

Toekomstperspectief integraal waterbeheer West-Overijssel 2025

In de AB vergadering van 3 april jl. hebben wij alleen ingestemd met het opstellen van het voorliggende toekomstperspectief.

We leven inderdaad in een andere wereld dan toen het Waterschap Groot Salland (WGS) is ontstaan. Betekent dat echter dat alles groter moet? In onze ogen absoluut niet. Wij zien bewegingen van klein naar groot, maar zeer zeker ook vooral in het bedrijfsleven weer naar kleinschaliger eenheden met verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie.

In overheidsland wordt ook iedere keer weer geprobeerd  grotere gemeenten te vormen en zelfs was er sprake van de vorming van een superprovincie.

Dat de grotere bestuurlijke eenheden besparingen op kosten realiseren, is overduidelijk een illusie gebleken. Een beter bestuur heeft het ook zelden opgeleverd.

Zoals wij bij een vorig agendapunt hebben aangegeven, is het vooral van belang eigen kracht uit te stralen. Voorkom al te specialistisch werken, maar kies voor breed (of in elk geval breder) inzetbare medewerkers.

Samen opstellen en afstemmen van plannen is prima. Maar laat het daar bij blijven.

En waar het gaat om zaken die alle waterschappen aangaan, kan prima van de expertise van STOWA en/of het Waterschapshuis gebruik gemaakt worden.

Waar mogelijkheden zijn, samen te werken met Rijk, provincies , gemeenten en waterschappen, moet dat zeker gedaan worden om te streven naar zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Maar heb maar niet de illusie dat dit lukt met grote, logge organisaties.

Gelukkig is de landelijke overheid ook niet meer bezig om fusie van waterschappen af te dwingen. Laten wij er dan ook zeker niet aan beginnen.

Alom in de wereld kijkt men met jaloersheid naar de manier waarop in ons land de watertaken vervuld worden. Laten wij er als Nederlanders dan ook zeker zuinig op zijn.

Daarnaast moeten wij ons vooral richten op de taken binnen ons werkgebied en uiterst terughoudend zijn in en met allerlei internationale activiteiten.

Het was u wel duidelijk, maar wij hebben nogmaals onderstreept dat wij volop gaan voor een zelfstandig Waterschap Groot Salland in 2025.

Met de hiervoor gemaakte kanttekeningen kunnen wij instemmen met het toekomstperspectief.

Nu zouden wij kunnen stoppen, omdat wij niet ingestemd hebben met het opstellen van fase 1 verkenning naar de meerwaarde van een fusie van WGS en Waterschap Reest & Wieden (WRW). Op die manier doen wij ons bestuurlijk werk niet. Ook al heeft de (overgrote) meerderheid anders besloten dan onze fractie, dan nog doen wij volop mee in de verdere besluitvorming.

 

Eindproduct fase 1 fusieverkenning

Wij zijn van mening dat er geen fase 2 hoeft te komen, maar als die er komt, vinden wij dat een eventueel besluit over een fusie pas na de verkiezingen in maart 2015 genomen moet worden. Laat partijen dan in verkiezingsprogramma's maar duidelijk aangeven waar zij voor staan. De kiezer kan zich daar dan over uitspreken. Het is nu  inmiddels bijna 6 jaar geleden dat er verkiezingen geweest zijn en er is in de tijd heel veel veranderd.

De SGP is het dan ook niet eens met hen die zeggen dat wij hierover op de valreep nog best een besluit kunnen nemen.

Voor de SGP blijft herkenbaarheid in  -en kennis van- het gebied van groot belang. Dat is een onmogelijke opgave voor een waterschap dat zich uitstrekt van Deventer tot bijna aan Assen toe. Bij zo'n groot gebied voelt een inwoner zich toch helemaal niet thuis.

In de uitkomsten fase 1 staat diverse keren dat iets kan verbeteren, maar het staat er allemaal vrij zwak en niet of weinig onderbouwd. (Zie bijv. pag. 8, 13, 14).

Ook wordt er terecht op gewezen, dat er verschillen zijn tussen beide waterschappen op diverse terreinen en dat dit risico's inhouden.

Dat gefuseerde overheidslichamen beter functioneren, blijkt in de praktijk bijna nooit.

Ook bij meer arbeidsvreugde in specialistische functies zet ik grote vraagtekens.

Op pag. 13 wordt terecht kennis van het gebied als belangrijk beschreven. Dat zie ik in een waterschap met een enorm werkgebied alleen maar achteruit gaan.

Op pag. 14 lezen wij dat een fusie tot lagere kosten en betere beheersing van de belastingtarieven kan leiden. De praktijk is helaas vaak juist het tegenovergestelde. Neem alleen maar kennis van de feiten bij Vechtstromen. Daar zijn kunstgrepen uitgehaald om dat (lagere lasten) op korte termijn te realiseren, maar dat keert zich later als een boemerang tegen hen.

Op pag. 15 staan diverse dilemma's. Ook daarom zeggen wij, stop met dit proces. Duidelijk wordt benoemd dat de risico's vooral op het financiële vlak liggen.

De garantie dat de tariefontwikkeling in een gefuseerd waterschap wel onder de 5% blijft, kan niet gegeven worden. Maar 5% vinden wij ook helemaal niet acceptabel.

Op pag. 17 wordt aangehaald dat bij Waterkracht de voordelen de eerste jaren schaars lijken te zijn. Maar dat is niet minder het geval in een gefuseerd waterschap. Iedereen die niet geheel onbekend is in overheidsland zal dit moeten beamen.

Pag. 19 benoemt terecht meerdere bestuurlijk gevoelige punten en op pag. 20 wordt zelfs gesproken van een aandachtspunt dat gemakkelijk kan omslaan naar een risico (de gelijkwaardigheid van de waterschappen).

Kortom, er staat heel veel in dit rapport. Voor ons zeker geen aanleiding om verder te gaan in dit proces. Een tweede fase is voor ons (evenals de eerste fase) niet nodig.

Jan Visscher