31 oktober 2015

Waterbeheerplan 2016-2021

Op 29 oktober jl. heeft het Algemeen Bestuur (AB) kennis genomen van de reacties op het Ontwerp-Waterbeheerplan 2016-2021. Na een uitvoerige bespreking is het Waterbeheerplen 2016-2021 vastgesteld. Het is een plan dat in hoofdlijnen hetzelfde is voor de waterschappen in Rijn-Oost (Vechtstromen, Reest en Wieden, Rijn en IJssel en Groot Salland). Het raakt alle facetten van het werk van een waterschap. Daarom is het belangrijk geweest dat alle betrokkenen zich ervan op de hoogte hebben kunnen stellen. Indien gewenst konden dan zienswijzen worden ingediend. Waar mogelijk zijn die verwerkt. Reacties die vooral een individueel belang dienen, hebben niet tot aanpassingen geleid. Het is namelijk een plan op hoofdlijnen waar in latere plannen zoveel mogelijk uitvoering aan gegeven wordt. Op die momenten is het voor het waterschap van belang met betrokkenen in overleg te gaan om daar waar het kan, rekening te houden met wensen van partijen in een bepaald gebied.

Het waterbeheerplan (WBP) is een belangrijk stuk voor onze werkzaamheden. Het heeft vooral betrekking op kerntaken van een waterschap. Dat begint met de waterveiligheid (veilige dijken), maar niet minder van belang is de waterkwantiteit (voldoende, dus niet teveel maar ook niet te weinig water is heel belangrijk voor de landbouw. Zonder water groeien de gewassen niet of onvoldoende en door een teveel aan water kunnen de oogsten ook in gevaar komen) en natuurlijk is de waterkwaliteit (schoon water) van levensbelang voor de gewassen en de natuur. Naast de veiligheid die voor ons allen van belang is, is dus vooral voor hen die voor hun broodwinning van water afhankelijk zijn, water onmisbaar.

Het aantal zienswijzen dat ingebracht is tegen dit Waterbeheerplan valt ons heel erg mee. Alhoewel wij direct erkennen dat een boekwerk van 431 pagina's niet direct uitnodigt om te lezen. Je vraagt je wel eens af of dat werkelijk niet wat compacter kan.

In de stukken lezen wij ook dat de taken uitgevoerd moeten worden in een steeds complexer samenleving. Daarom wilt u steeds meer de verbinding zoeken met de samenleving en samenwerken met diverse partners, zoals de gemeenten, provincies en het Rijk. In het veld zal in onze ogen vooral aandacht moeten zijn voor de kennis in en van een gebied die aanwezig is bij de gebruikers van grond, vooral de agrariërs.

Het waterschap kan ook goed inspelen op diverse technologische en duurzame ontwikkelingen. Afgelopen vrijdag (23-10-15) hebben wij bij een excursie met onze fusiepartner Reest en Wieden gezien welke mogelijkheden er inmiddels ook zijn met het verwerken van (berm)maaisel tot een goed organisch product (Bokashi). Samen met partners moet dat naar onze mening mogelijkheden bieden om de kosten van afvoer/verwerking van maaisel terug te dringen. Ook de ontwikkelingen met de Energie- en Grondstoffenfabriek moeten wij nauwgezet volgen. Daarbij moeten we ervoor waken dat ieder voor zich het wiel gaat uitvinden. Zeer gewenst is het om afspraken te maken wie voor welk probleem of initiatief, samen met één of meer waterschappen en/of kennisinstituten, probeert een oplossing te vinden.

De ingediende reacties op dit WBP hebben wij doorgenomen. De rode draad daaruit hebt u ook weergegeven in een samenvatting van de reactienota. Het zal u niet verbazen dat wij ons vooral aangesproken voelen door de reacties vanuit de agrarische hoek (vooral LTO Noord als ook enkele afdelingen daarvan). De opmerkingen van de individuele agrariërs die een zienswijze hebben ingediend zijn ook zeker relevant, maar betreffen in onze ogen toch teveel een specifieke zaak. Waar dat het geval is, kunnen wij dat niet met een WBP oplossen. Dat is toch meer gericht op het grote geheel.

Wij waarderen het dat LTO Noord reageert met een positieve insteek, maar met hun kritische kanttekeningen zijn wij het eens. Daarom hebben wij eerder in ons betoog ook gezegd dat wij goed gebruik moeten maken van de kennis en ervaring die in het gebied is met betrekking tot goede waterpeilen. Wij delen hun mening dat de waterpeilen vaak te hoog opgetrokken worden voor de natuur. Uit de samenvatting blijkt ook duidelijk wat de milieuorganisaties en terreinbeheerders het liefst willen. Dat is helaas nog al eens tegengesteld aan de landbouwbelangen. Landbouw is belangrijk voor onze voedselvoorziening en het is een belangrijke economische drager. Daarom heeft zij belang bij een goed waterpeil. Van natuur kunnen wij niet eten. Om die reden komt  natuur, wat ons betreft, toch op een iets lager peil te staan dan de landbouw. Natuurlijk betekent dat niet dat wij aan de natuur geen aandacht willen schenken waar dit wel mogelijk is zonder de landbouw te frustreren.

De ene partij (landbouw) pleit ervoor dat peil de functie volgt. Natuur wil juist het omgekeerde, namelijk dat de functie het peil volgt. Hier botsen de inzichten toch wel wat. Dan vragen wij allereerst aandacht voor de wens van de landbouw.

De heer Lobee uit Hansweert heeft in onze vorige vergadering ingesproken en aandacht gevraagd voor verontreiniging van het water met lood door sportvissers. Dat is wat ons betreft vooral een probleem dat landelijk opgepakt dient te worden samen met de sportvisserij.

Diverse gemeenten hebben ook zienswijzen ingediend die zo nu en dan geleid hebben tot wat kleinere, soms ook alleen tekstuele  aanpassingen. In de reactie van de gemeenten vallen ook de positieve reacties op de gevolgde werkwijze bij de totstandkoming van het ontwerp WBP op. Dat lijkt ons dan ook zeker voor herhaling vatbaar.

 

Klik op onderstaande link voor een uitgebreide uitleg over het (nieuwe) waterbeheerplan.

http://www.wgs.nl/waterbeheerplan

 

Jan Visscher