24 maart 2021

Gebiedsprocessen in Noordwest Overijssel

 

Op 23 maart 2021 heeft het Algemeen Bestuur (AB) kennis kunnen nemen van de brief van het Dagelijks Bestuur (DB) over in Interbestuurlijk Programma (IBP) gebiedsontwikkeling Noordwest Overijssel. Het was geen besluitvormend stuk, maar het AB kon eventuele aanvullingen en opmerkingen meegeven. Vanuit verschillende invalshoeken zijn zaken door de diverse fracties onder de aandacht gebracht en meegegeven. Hieronder leest u de bijdrage van de SGP-fractie.

Een oplossing vinden voor de zaken waar we voor staan in Noordwest Overijssel, zal niet eenvoudig worden. Iedereen tevreden stellen zal een onmogelijke opgave worden.

Mastenbroek incl. stoomgemaal

Wij hebben de verschillende stukken doorgenomen. Als wij in de brief van het DB aan het AB lezen dat er grote ruimteclaims komen uit de klimaat-, landbouw en voedsel- en energietransitie die ingepast moeten worden, dan worden wij extra waakzaam. De vruchtbaarste delta van de wereld willen wij niet opofferen voor allerlei wensen die er leven voor claims op landbouwgrond. Allereerst dienen onze boeren de gronden die ze hebben, zoveel mogelijk kunnen gebruiken voor hun bedrijf. Wij roepen op om voorzichtig te zijn met het veelvuldig aanspraak willen maken op landbouwgronden.

Een groot aantal uitdagingen ligt er in het veenweidegebied van Noordwest Overijssel. De meeste stukken die nu bij dit agendapunt zitten, hadden we al bij de ingekomen stukken van de vorige AB vergadering in februari. Toen hadden we al een aantal belangrijke punten die ons opvielen en nu benoemen.

In het Onderzoeksrapport verkenning bodemdaling veenweidegebied Overijssel (nu bijlage 2A) lezen we (op pag. 6) dat in de Mastenbroekerpolder en Kamperveen “het stoppen van de bodemdaling door veel hogere zomerpeilen als niet kansrijk wordt bestempeld. Functieverandering is dan onontkoombaar”. Dat is ons op dit moment nog veel te kort door de bocht. Die polder is een belangrijk landbouwgebied en die zo maar onttrekken aan de landbouw is voor de SGP onbespreekbaar.

Mastenbroekerpolder

Op diezelfde pagina lezen we ook dat in het Staphorsterveld “de landbouwpolders te nat zijn voor traditionele landbouw”. Ook met die opmerking zijn we het geheel oneens. Wij waren destijds raadslid van de gemeente Staphorst toen allerlei plannen aan de orde kwamen met betrekking tot de Oldematen.

Conradsweg-Olde Maten

Raadsbreed (of bijna raadsbreed, dat heb ik nu niet nagezocht) heeft de gemeenteraad ingestemd met de plannen voor de Oldematen onder een zeer belangrijke voorwaarde. Er moest een Landbouw Effect Rapportage (LER) opgesteld worden die duidelijk liet blijken dat die plannen geen negatieve invloed zouden hebben of krijgen op de omliggende landbouwgrond. Wij roepen dan ook op om in dat gebied geen maatregelen te treffen die nadelig zijn voor de uitoefening van de landbouw in dat gebied. En als wij dat bepleiten voor die landbouwgronden, doen wij dat niet minder voor andere landbouwgronden in Noordwest Overijssel die ook nu nog steeds prima bruikbaar zijn voor de landbouw.
De SGP wil in elk geval zeer terughoudend zijn met het omvormen van landbouwgrond naar natuurgrond.

Wieden-Weerribben-2

In hetzelfde Onderzoeksrapport gaat het op pag. 33 over Weerribben-Wieden waar ondr andere schade aan bebouwingen in Zwartsluis wordt genoemd. Wij snappen dat, maar het is voor ons ook altijd onbegrijpelijk geweest dat daar in de Barsbeek een woonwijk van die gemeente is gerealiseerd. En dan nu zeker de kosten van schades, of het voorkomen van schades afwentelen op het waterschap c.q. de gemeenschap. Daar is onze fractie op dit moment zeker nog niet voor te porren.

Weerribben-Wieden

Hetzelfde verhaal kunnen we houden voor het Staphorsterveld (pag. 45 Onderzoeksrapport). Daar wordt ook een groot aantal panden genoemd. Dan moet het ongetwijfeld gaan om Berggierslanden. Ook een gebied dat totaal ongeschikt was om er een woonwijk te vestigen. Het is helaas wel gebeurd. Maar wat ons betreft, past het waterschap ervoor om op te draaien voor de vele kosten die gemaakt zijn of gemaakt moeten worden om daar droge voeten (en kelders) te houden.

Zo maar een paar voorbeelden waar wij mee duidelijk maken dat de rol van het waterschap veel groter moet worden bij het opzetten van nieuwe woonwijken, in het bijzonder in veenweidegebieden.

In hetzelfde deel (Staphorsterveld) op pag. 47  wordt bij conclusie ‘stoppen’ geschreven dat daar dan meerdere functieveranderingen moeten plaatsvinden en de landbouw in de huidige vorm niet meer mogelijk is. Wat de SGP betreft, willen wij dat gebied daar echter onder geen beding aan opofferen.

Wieden-Weerribben-1

Wij hebben gelezen dat het een uniek gebied is. Dat onderschrijven we zeer zeker. Maar ook een gebied waar nog volop landbouw bedreven wordt en dat willen wij zo houden. Daarnaast zijn er zeker zaken die wij positief tegemoet willen zien. Draagvlak is daarbij voor ons van essentieel belang. We hopen dat de deelcommissies mogen komen met breed gedragen voorstellen.

Jan Visscher