5 juli 2023

Uitgangspunten ontwerp Kostentoedelingsverordening 2024

Op 27 juni 2023 heeft het Algemeen Bestuur (AB) in meerderheid (17 stemmen voor -BBB, VVD, CDA, GBDO, Ongebouwd en SGP- en 10 stemmen tegen -Water Natuurlijk, PvdD, CU en Natuur-) ingestemd met wijziging van de Kostentoedelingsverordening 2021. Ingezetenenpercentage blijft 35% en de overige 65% wordt dan als volgt verdeeld, 15,24% voor ongebouwd, 0,38% voor natuur en 49,38% voor gebouwd.

Tarieven met een gelijk percentage laten stijgen, is in waterschapsland tot nu toe een onmogelijke zaak. Dat vindt de SGP ieder jaar weer best frustrerend. Maar mogelijk dat het nieuwe belastingplan voor de waterschappen daar bij invoering wat meer ruimte voor gaat bieden. Nu moeten wij het doen met de middelen die we wel hebben om daar enige invloed op uit te oefenen. Dat is een herziening van de kostentoedelingsverordening.

Dan hoor je al weer geluiden dat de inwoners ontzien moeten worden, omdat de huizenprijzen zo stijgen. Ingezetenenaandeel van 35% zou wellicht omlaag moeten. Ik denk dat die geluiden wel verstommen nadat men kennis heeft kunnen nemen van de invloed op de tarieven bij een ingezetenenaandeel van 30% of 25%.
(Tarieven voor de categorieën Natuur en Gebouwd zouden dan juist nog veel harder stijgen).

Maar los daarvan wil de SGP er nog wel op wijzen, dat het niet meer dan rechtvaardig is dat de inwoners wat meer zouden betalen. Ons waterschap neemt bijvoorbeeld steeds meer stedelijk water over, er wordt ieder jaar landbouwgrond onttrokken voor woningbouw en meer grond krijgt de bestemming natuur. Van dat laatste profiteert vooral ook de burger, maar een heffing per hectare natuur is maar een schijntje van dat voor landbouwgrond. En dat terwijl eigenaren van natuurgronden in de droge(re) jaren steeds meer aandringen op meer watertoevoer (is een kostbare zaak) als er sprake is van droogte.

Ook kan nog genoemd worden dat er een zogenaamde weeffout zit in het belastingstelsel voor de waterschappen. De weeffout is de onredelijke invloed die de hoge waarde van wegen en spoorwegen heeft op de tarieven van de eigenaren van onbebouwde grond. De totale waarde van spoorwegen en (snel)wegen wordt toegerekend aan de totale waarde van Ongebouwd (dus de waarde van alle soorten wegen en landerijen exclusief Natuur).

Een belastingstelsel moet zo rechtvaardig mogelijk zijn. Daarom worden volgens het voorstel geactualiseerde waarden voor grond en gebouwen gebruikt.

De SGP stemt er mee in om de voorgestelde punten onder 2 te verwerken in de Kostentoedelingsverordening 2024.

Jan Visscher